AANSLUITEN & LASVERBINDINGEN

Èen van de belangrijkste handelingen die een installatie goed laat werken, is het aansluiten van de componenten en de lasverbindingen. Het aansluiten van schakelaars, wandcontactdozen, verlichting etc. dient met aandacht te gebeuren, dwz niet te vast of te los, en bij insteekcontacten de draden niet te kort of te lang aanstrippen.

Te vast kan resulteren in vervorming van het koper en breuk van componenten. Te los kan bij hoge stromen zorgen voor vonkvorming en in het ongunstigste geval voor brand ! Denk hierbij b.v. aan de groepenkast wat grote gevolgen kan hebben. De huidige schakelmaterialen zijn uitgevoerd met insteekcontacten, hier dienen de draden maximaal 2 cm aangestript te zijn, maar schroefverbindingen zullen ook altijd blijven. Ook hier geldt dat te kort kan leiden tot een wankele verbinding of losschieten van de draad met een storing of kortsluiting tot gevolg.

Draden te lang aanstrippen is weer een gevaar met name bij centraaldozen, en bij het los halen van schakelmateriaal onder spanning ! Als u een centraaldoos opent en de lassen eruit haalt, krijgt u een opdonder als het koper uit de lasdoppen steekt. Bij de insteek lasdop mag de draad niet langer dan 1 cm aangestript zijn. Er zijn ook doorzichtige insteek lasdoppen waarbij je kan zien of de draad er diep genoeg in zit. Controleer of de draden goed vast zitten door er lichtjes aan te trekken. De groene conex lasdop wordt ook nog veel toegepast omdat deze verbinding eigenlijk de beste is, de draden worden rechtsom in elkaar getwist waardoor een goed onderling contact ontstaat. Bij een las van 4 of 5 draden vereist dit wel vakmanschap.

Het gebruik van kroonstenen is nog steeds actueel, maar er zijn voor sommige situaties betere alternatieven. Bij kroonstenen worden draden vaak te vast gedraaid  waardoor je het koper stuk draait, wat een breuk kan betekenen op termijn. Ik heb het hier over soepele aders b.v. tweelingsnoer. Bij dit soort aders dienen adereindhulzen te worden gebruikt , wat het stuk draaien voorkomt.

Dan nog een veel voorkomende ergernis die je vooral bij centraaldozen tegenkomt. Draden worden tekort afgeknipt en alle lassen worden in 1 keer gemaakt, waardoor je ze er  bijna niet meer inkrijgt. Er is maar 1 methode die echt werkt en dat is : breng de draden naar het midden van de centraaldoos en knip ze onder je vuist af. Vervolgens maak je 1 las en die stop je weg, dan de volgende las, etc. etc. Bij deze stapel methode zult u merken dat er heel veel lassen in een centraaldoos passen !

Tip 1: Gebruik van insteek lasdoppen is èènmalig, dit ivm verschillende dikte`s van de draden en door het eventueel veelvuldig in en uit halen van de draden wordt het binnenwerk als het ware opgerekt. De verbinding bestaat uit 2 mesjes die in een hoek staan, en het contactvlak is niet zo groot.

Tip 2: Voor het aansluiten van b.v. hanglampen die voorzien zijn van soepel draad, zijn er lasdoppen waarbij je massief en soepel kunt combineren. Deze lasdoppen hebben hendeltjes die je open kan duwen, draad erin en weer sluiten. Het gebruik van kroonstenen is dan niet meer nodig.