BEVEILIGEN VAN ZONNEPANELEN

Zonnepanelen, de werkelijke naam is Photovoltaische systemen (pv-systemen).
In dit onderwerp beperk ik mij tot de algemene zaken, omdat iedere situatie verschillend is.
Het jaarlijkse verbruik, de opbrengst per paneel, en de ligging van de woning zijn bepalend voor het totaal aantal benodigde panelen.
Omdat u de aanleg van zonnepanelen (meestal) door een installateur laat uitvoeren, en er vanuit mag gaan dat dit volgens de voorschriften aangelegd wordt, wil ik u info verstrekken over wat u in huis en op het dak laat plaatsen.

Een gewone middenwoning heeft een hoofdzekering van 1×25 A of 1×35 A, maar 3×25 of 3×35 A komt ook voor.
Bij een zekering van 25 A geldt dat de maximale zekering per groep 25:1,6 = 15,625 afgerond 16 A mag zijn.
Bij een zekering van 35 A geldt dat de maximale zekering per groep 35:1,6 = 21,875 afgerond 20 A mag zijn.
Het vermogen van de omvormer mag dan maximaal 20 x 230 V = 4600 Watt (4,6 KW) zijn. voor 16 A is dit dus 3680 Watt (3.68 KW)
Bij een 3-fase aansluiting zal dus een 3-fase omvormer toegepast worden.

Een pv-installatie moet op een aparte eindgroep worden aangesloten. Hierop mogen geen andere toestellen worden aangesloten, dit om overbelasting van de leiding tussen de verdeler en omvormer te voorkomen.(NEN 1010)
Een aardlekschakelaar kan verplicht zijn, afhankelijk van opgave installateur, maar dan wel een type B ! (16 of 20 A)

De AC-zijde (220V) is de verbinding van de schakel/verdeelinrichting (meterkast) naar de pv-omvormer,
de DC-zijde (max. 120V) is de verbinding van de omvormer naar de pv-panelen op het dak.
Zowel de AC-zijde als de DC-zijde moet uitgeschakeld kunnen worden voor werkzaamheden.Een werkschakelaar voor de AC-zijde vlakbij de omvormer, de DC-zijde kan meestal dmv een schakelaar op de omvormer uitgeschakeld worden. (lastscheiders)

Beschermen tegen een schok :
– De DC-installatie van een pv-systeem moet worden beschouwd als een systeem dat onder spanning staat, ongeacht of de omvormer of AC-zijde is aangesloten. Het systeem moet worden beschermd tegen een elektrische schok door het toepassen van dubbel geisoleerd (klasse 2) materiaal, of het toepassen van zeer lage spanning. (SELV/PELV)
– Al het materiaal dat wordt toegepast aan de DC-zijde van het systeem (tot aan de DC- aansluitklemmen van de omvormer) moet van klasse 2 zijn of gelijkwaardig.( in de vorige norm was dit een advies)
pv-panelen zijn in het algemeen dubbel geisoleerd, maar ook de leidingen en eventuele aansluitkastjes moeten van klasse 2 zijn.
– Aan de DC-zijde mag de 120V niet worden overschreden. (SELV/PELV)

– Om gevaren te voorkomen moet duidelijk herkenbaar zijn dat er een pv-systeem onderdeel uitmaakt van de elektrische installatie.
Een sticker dient aangebracht te worden bij :
– het voedingspunt (van het openbare net) van de elektrische installatie
– nabij de elektriciteitsmeter als deze zich niet bij het voedingspunt bevindt
– de automaat van de schakel/verdeelinrichting (meterkast) waarop het voedingspunt van de omvormer is aangesloten.
De sticker is voor leden van Techniek Nederland te bestellen op : www.technieknederland.nl/webshop, art.nr. 47868.